Aanvaarding of verwerping erfenis
Wie erfgenaam is in een erfenis zou goed moeten nadenken of hij de erfenis wil aanvaarden of verwerpen. Deze keuze kan pas worden gemaakt op het moment dat een erfenis openvalt. Is een erfenis eenmaal aanvaard, dan kan daar niet meer op worden teruggekomen. Er zijn twee manieren om een erfenis te aanvaarden: zuiver of beneficiair.
Zuivere aanvaarding
Zuivere aanvaarding van de erfenis betekent dat aanvaard wordt zonder het maken van enig voorbehoud. De baten én de schulden worden dus aanvaard. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben. Door zuivere aanvaarding van een nalatenschap kan de erfgenaam ook door schuldeisers worden aangesproken om schulden met zijn eigen vermogen te voldoen als de baten van de erfenis niet groot genoeg zijn. Dat is doorgaans niet de bedoeling. Het is dus van belang om vóór het aanvaarden van de nalatenschap te weten of het saldo van de nalatenschap positief of negatief zal zijn. U kunt hierbij de hulp van GMW advocaten inroepen. De keuze voor zuivere aanvaarding kan ter griffie van de rechtbank worden gedaan, maar kan ook blijken uit gedragingen van de erfgenaam. Een erfgenaam die zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud gedraagt als erfgenaam, aanvaardt daardoor de erfenis zuiver, tenzij hij natuurlijk eerder een andere keuze heeft uitgebracht. Voorzichtigheid is geboden.
Beneficiaire aanvaarding
Beneficiaire aanvaarding is hetzelfde als aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Door beneficiair te aanvaarden, wordt iemand niet met zijn gehele vermogen aansprakelijk voor de schulden van de erfenis. U deelt wel mee in een positief saldo van de erfenis, maar uw eigen vermogen wordt niet aangetast als er meer schulden zijn dan baten.
Verwerping
Wie helemaal niets met een nalatenschap te maken wil hebben, kan een erfenis verwerpen. De verwerping werkt terug tot het moment van overlijden van erflater zodat de erfgenaam na verwerping nooit erfgenaam is geweest. Van belang is dat door deze erfgenaam geen daden van aanvaarding worden gedaan, maar alleen zogenaamde beheersdaden. Wie toch een daad van aanvaarding doet, heeft zuiver aanvaard en kan niet meer verwerpen.